Tegenwoordig is de Camargue een belangrijk gebied voor de zoutwinning, rijst en wijn. De enorme zoutbekkens, salinas, leveren jaarlijks 250.000 kilo zout op. Het is daarmee het grootste gebied in Europa en met 11,5 hectare net zo groot als Parijs. De zoutbekkens zijn roze gekleurd. Dit komt door een alg die in het water leeft en voor een groot deel uit bètacaroteen bestaat, een rood/oranje kleurstof. Dan vraag ik me ook af waarom de flamingo zo roze is… Komt dat dan omdat deze leeft in en bij de roze zoutvelden? Dat blijkt iets te simpel geredeneerd. Het komt doordat de roze vogel de pekelkreeft eet die op zijn beurt weer dol is op de alg in de zoutvelden.

Het zout wordt gewonnen door verdamping van het zeewater door zon en wind. In de zoutbekkens kristalliseert het zout tot een laag van zo’n 10 cm die eraf geschraapt kan worden. De timing van dit schrapen is belangrijk omdat er in de regentijd niet veel overblijft. Het zout wordt na het schrapen bewaard op enorme zoutbergen. Deze bergen hebben een grappige bijnaam: Camelle, dit slaat op de bulten van een kameel.

Een grappig zout-feitje is de herkomst van het woord ‘salaris’. In de Romeinse tijd werden soldaten namelijk uitbetaald in zout. Zoutrantsoen is in het Latijns salarium. Zout was in die tijd belangrijk en ideaal om eten smaakvoller te maken en te conserveren in een tijd dat koelkasten nog niet bestonden. Meer informatie via visitesalinsdecamargue.com