Christianne Vogels

Een jaar of vier à vijf moet ik zijn geweest, een klein hummeltje op de achterbank van de gele Volvo Stationcar van mijn ouders. Voor het eerst naar Frankrijk. Een elleboogje links en een elleboogje rechts op de voorstoelen, knietjes naar voren. Zo zat ik het liefst: zoekend naar woorden in de vele nummerborden, lachend om de verhalen van mijn vader waarvan ik tot op de dag van vandaag nog niet weet wat nou echt waar was en wat niet. Kijkend naar de voorbijzoevende kerstbomen in de Ardennen.

Mijn zus achter me, die muziekjes zocht op de cassetterecorder, Dokter Bernard van Bonnie St. Claire was haar favoriet. Mijn moeder bakte altijd kippenpootjes voordat we vertrokken zodat we deze koud konden oppeuzelen onderweg. Een volle picknickmand hadden we bij ons.

De nachtelijke stukjes van de reis bracht ik voornamelijk slapend door achterin de auto in een geweldig geïmproviseerd bedje. Languit onder mijn groene donzen dekbed met kussen en al. Toen kon dat allemaal nog. Ik werd af en toe wakker van de felle lampen van de Aire, een tankstation waar we soms stopten.

De reis zelf was niet mijn fijnste deel van de vakantie: ik was regelmatig al misselijk als we bij Liège de grens overgingen, ik zat dan pas een kwartier in de auto, nadat we vanuit Maastricht waren vertrokken. Gelukkig waren daar oplossingen voor zodat het niet pas over was als we er waren, ergens diep in het zuiden van Frankrijk. Ergens daar in de Gard. Een grandioos stukje Frankrijk, de grandioze Gard! Onder de Ardèche, naast de Provence, links van de Lozère en de Hérault. 

Ik hou zoveel van de Gard dat ik er een boek over schreef… ‘Grandioze Gard’, een persoonlijk reisverhaal en graag wil ik mijn liefde voor deze streek hier ook met jullie delen!